Petit est grand

Het IJsselmeerdorpje ligt niet al te ver van Amsterdam, een uur doorrijden en je bent er. Het marktaandeel Amsterdammers cq Hollanders in het algemeen nam met rasse schreden toe. Zo lang ik weet waren er altijd al een paar die er een vakantiehuis hadden. Een vlak tegenover ons op de binnenplaats. Leuke mensen, jammer dat je die niet meer treft. Een van hun zonen, Pierre, zei als je na de HAVO niet verder leert dan kom je niet verder als schoonmaker op Schiphol.

Als je niet uit Friesland kwam dan kwam je sowieso uit Holland en meestal uit Amsterdam. Ook als je daar niet vandaan kwam.

Op een goed moment kwam Frits met een Franse achternaam met de dochter van een nette familie (zo zag ik dat, ze woonden in de voormalige pastorie, en zij spraken algemeen beschaafd Fries). Frits was een bijzonder heerschap, nu was je dat snel in het dorp. Maar hij was het ook echt wel. Frits was typisch in lijn met mijn toenmalige beeld van Amsterdam. Ik weet niet eens of hij wel uit Amsterdam kwam. Maar het paste wel zo in het beeld. Dus laat hem maar uit Amsterdam gekomen zijn.

Hij maakte furore toen hij met een grote stapel pannenkoeken het dorphuis binnen kwam en deze in de menigte gooide. Ook rende hij wel naakt over straat om vervolgens midden in de winter het ijskoude IJsselmeer in te springen. Gezond! De nette familie vertrok, Frits bleef om nooit meer weg te gaan.

Het was gek op zijn catamaran, als de duvel die achterna gezeten wordt door zijn ouwe moer schoot "ie" met weer of geen weer over het IJsselmeer. Als je je fantasie zijn gang laat gaan zie je de catamaran honderden meters door de lucht vliegen zonder een keer het water te raken, zo snel ging het. Soms ging het mis en dan werd er een reddingsactie op touw gezet.

Toen de lagere school bedreigd werd door een chronisch tekort aan leerlingen kwam Frits met een enquete langs de deuren om de gezinsplanning in kaart te brengen. Volgens mij kon hij ook goed schaken. Hoe het zich vaak ook aan liet zien, hij was verre van gek. Blijkbaar had hij ergens in de tijd een bijzonder besluit genomen over de mate waarin of de wijze waarop hij zijn talent wenste aan te wenden.

Met oud en nieuw onderscheide hij zich van de relatieve massa door in plaats van vuurwerk, molotov cocktails op de zeedijk te gooien. Klinkt geweldadig maar dat was het in het geheel niet. Was het niet en zo was zijn intentie niet. Hij schrok er ook niet voor terug om zelf een slok benzine te nemen en als een arabier  vuur te spuwen. Ik vond het prachtig!!

Naast benzine nam hij meer dingen die op lange termijn niet goed voor je zijn maar die op het moment schijnbaar wel leiden tot een enorme verruiming van de geest. Zijn geest moet zo groot geweest zijn dat hij deze zonder externe hulp niet tot zijn recht kon laten komen. Soms gebruikte hij teveel van deze externe hulp. Zo viel hij een keer in slaap tegen een brandende gaskachel. De brandwond was niet te overzien maar hij gaf eigenlijk geen krimp.

Om te compenseren haalde Frits dagelijks verse melk uit de tank bij Jaring. Soms was compenseren niet nodig dan was hij een tijdje spreekwoordelijk onder water en dan kwam hij fris en vol goede moed zomaar weer terug. Een keer had hij dikke verkering gekregen met een lotgenoot. Dat leek niet zo verkeerd totdat de beide Duitslanden gingen verenigen en hij plannen kreeg zich hier tegen te bewapenen, dit kon immers niet goed komen, de landen waren niet voor niks gescheiden.

Meestal liep het geen storm. In het dorp spookte hij zover ik weet zelden echte rottigheid uit. Een keer liet hij zich insluiten in het benzinestation en autogarage in een stadje (stadsrechten) vlak bij ons in de buurt. Frits scheurde midden in de nacht volgas met een nieuwe auto afgeladen met sigaretten de vrijheid tegemoet. Alles wat een blauw zwaailicht had volgde hem. Lang duurde het niet, hij liep tegen de lamp. Volgens mij liet hij de auto nog ergens achter, sprong in de sloot, sliep een nacht in de hooiberg bij Jentje en trok aan het korste eind. Schuilen in die hooiberg was ook wel clever. Deze stond 5 meter van zijn huis. De clou, wie verwacht nou dat je daar schuilt. Misschien ging het mis door het spoor van eendenkroos en hier en daar een pakje Malboro.

De laatste jaren van Frits werden een Herman Brood scenario. Opgemerkt dat hij ook altijd al goed kon schilderen. Zijn gekwelde lichaam begon zijn regelmatig gestretchte geest in te halen.

Zodra zijn uitkering binnen was zette hij deze in een ander nabij gelegen dorp (zonder stadsrechten maar met de nodige horeca) om in spirituosen. Een Taxi had hij nooit nodig. Zingen en schreeuwen op het plein deed altijd wel iemand de politie alarmeren die hem daarna gezagsgetrouw weer terug reden naar zijn home village. Volgens mij hoefde hij zijn identiteitspapieren nooit te laten zien.

Recent zag ik in de Belboei dat het echt helemaal niet goed meer ging met Frits, het einde was er in begrepen. Nu ligt hij in de grond aan nog steeds dezelfde IJsselmeerkust. Moet een mooie plek zijn als je van zeilen houdt. De grond is zoet van IJsselmeerwater, de Hervormde kerk houdt toezicht en de bomen zorgen dat de IJsselmeerwind altijd hoorbaar is. Wat mij betreft was Petit: "Grand". Een kleurrijk figuur, hadden we niet willen missen.

Reacties

Populaire posts